De Buteyko-methode is in de jaren 50 van de vorige eeuw ontwikkeld door de Oekraïense arts Konstantin Buteyko. Hij ontdekte het belang van gezond ademhalen en bedacht een manier om een verstoord adempatroon te herstellen. Gezond ademen begint met in- en uitademen door de neus, dag en nacht. Tegelijk zou de ademhaling licht, regelmatig en moeiteloos moeten zijn, met hoofdzakelijk gebruik van het middenrif.
Een moeizame ademhaling is vaak te herkennen aan hoog in de borst ademen, of veel door de mond. Vervolgens krijg je juist hierdoor het gevoel dat je niet goed kunt ademen of niet genoeg lucht krijgt, of dat je snel kortademig bent of vaak moeten geeuwen of zuchten.
Doel van Buteyko
Het doel van de Buteyko-methode is het herstellen van de neusademhaling en normale functionele adempatronen. De kern van de Buteyko-methode is het doen van ademhalingsoefeningen. Tijdens deze oefeningen adem je wat minder lucht in zodat je licht gevoel van luchthonger krijgt. Dit gevoel betekent alleen maar dat kooldioxide (CO2) in het bloed is gestegen, wat de bedoeling van de oefening is. Door een tijdlang de oefeningen te doen, wen je daaraan en zal de concentratie kooldioxide structureel stijgen. Hierdoor gaan luchtwegen open, verbetert de bloedsomloop en krijgen lichaamscellen meer zuurstof.
Buteyko past in een gezonde leefstijl
Gezond ademen is belangrijk omdat het verbonden is met het hele lichaam. De ademhaling is grotendeels automatisch, maar wordt ook beïnvloed door de stress van het dagelijks leven, wat we eten en drinken, overmatig zitten en te weinig bewegen, veel praten en andere persoonlijke en omgevingskenmerken. Het kan dus zijn dat je ook hierin wat gaat veranderen om weer goed en ontspannen te ademen.
Als je te diep ademt
Buteyko’s boodschap kunnen we het beste samenvatten met “Adem licht, niet diep”. Iets wat je zelden of nooit hoort van yoga- of Pilates leraren of andere coaches. Meestal worden ademtechnieken gebruikt die je stimuleren om ‘diep’ te ademen op een manier waarbij je te veel lucht in- en uitademt. Misschien heb je al gemerkt dat je daar licht in het hoofd of duizelig van werd. De leraar of coach legt dat vaak uit als “je krijgt ineens veel zuurstof en dat ben je niet gewend”, maar die uitleg klopt niet. Het diepe ademen veroorzaakt juist die duizeligheid.
Als je meer lucht ademt dan passend is bij de mate van lichamelijke inspanning, dan zullen de bloedvaten vernauwen en de rode bloedcellen minder gemakkelijk zuurstof afstaan aan de cellen. Zodoende krijgen de hersencellen minder zuurstof en dat veroorzaakt de duizeligheid. Om de bloedvaten weer open te krijgen moet je dus het tegenovergestelde doen: de ademhaling lichter maken, waarbij er minder lucht de longen in- en uitstroomt.
Hoe goed adem jij? Test jezelf
Buteyko heeft een eenvoudige test ontwikkeld om te zien hoeveel lucht je gewend bent te ademen. Het heet de Controlepauze. (Bij kinderen tot 13 á 14 jaar gebruiken we overigens een andere meetmethode; neem daarvoor even contact op.)
Je kunt de Controlepauze thuis makkelijk meten. Dit gaat als volgt:
- Ga rechtop op een stoel zitten en adem een paar minuten ontspannen door je neus.
- Knijp na een ontspannen uitademing je neus dicht: je stopt met ademen.
- Wacht tot je de eerste aandrang voelt om weer te gaan ademen.
- Laat dan je neus los en kijk hoeveel tijd er verstreken is.
Als je weer net zo rustig ademt als voor de meting, dan heb je goed gemeten. Maar als je de neiging hebt om na het loslaten van je neus dieper te inhaleren, dan ben je te lang doorgegaan. Wacht even een minuut en doe de test nog eens.
Betekenis van de Controlepauze
Bij een Controlepauze onder de 15 seconden, dan adem je duidelijk te veel. Zit je controlepauze tussen 15 en 25 seconden, dan adem je nog steeds meer dan de medische norm, maar al iets beter. Tussen 25 en 35 seconden is je ademhaling al behoorlijk goed en bij 40 seconden is deze optimaal.
Heb je gezondheidsklachten?
Neem dan gerust contact op voor een vrijblijvend advies.